Procesdiagnostiek binnen 2CT Psychologen
Procesdiagnostiek
Wij werken op basis van een procesdiagnostische benadering, stellen geen DSM-5 diagnoses maar richten ons juist op de beleving en het verhaal van de cliënt. We luisteren naar dat verhaal vanuit de aanname dat iedere persoon zich voortdurend in een ontwikkelingsproces bevindt en dat psychische problemen en slecht functioneren verklaard kunnen worden vanuit een stagnatie van dat ontwikkelingsproces. We hanteren daarin vier perspectieven:
- betekenisgeving (hoe ziet de cliënt zichzelf),
- ervaringswijze (hoe verhoudt de cliënt zich tot wat hij/zij meemaakt),
- interactionele opstelling (hoe stelt de cliënt zich op in relaties met anderen),
- existentiële ontwikkeling (hoe gaat de cliënt om met de existentiële thema’s die in zijn/haar leven een rol spelen).
Vanuit deze benadering kijken wij hoe wij de cliënt zodanig kunnen ondersteunen dat deze weer een soepel verlopend proces kan doormaken zonder vast te lopen in oude of disfunctionele patronen.
Systeemgerichte kijk
Naast deze persoonsgerichte kijk hanteren we, zeker voor het werkperspectief, ook een systeemgerichte benadering. Een mens ontwikkelt zich nooit in isolement. Een verstoord of gestokt ontwikkelingsproces laat zijn sporen na bij collega’s, medewerkers en andere betrokkenen in de organisatie en in de privé situatie bij familie en vrienden. Wij besteden uitdrukkelijk aandacht aan hoe de cliënt de relatie met zijn/haar omgeving vorm wil geven en hoe dat hij/zij daar een actieve rol in kan spelen. Met name bij leidinggevenden in een organisatie zijn er soms in de persoon gelegen belemmeringen die leiden tot verstoorde processen van betekenisgeving, ervaringswijze en interactionele opstelling. In plaats van soepel in te spelen op gebeurtenissen verstart de cliënt en valt terug op niet productief gedrag (overmatige beheersing, autoritaire opstelling of juist vermijding of passiviteit), vaak resulterend in verminderd functioneren. Dit gedrag kan versterkt worden door de structuur of cultuur van de organisatie waarbinnen deze persoon functioneert. Door het aanpakken van de disfunctionele cognities van deze persoon in combinatie met praktijkgerichte ondersteuning bij het in beweging zetten van de verstarde processen zijn er aanzienlijk verbeteringen in het functioneren mogelijk.
Carl Rogers (1961) zegt het mooi beknopt: de essentie van een therapeutische verandering is niet dat de cliënt overgaat van de ene evenwichtstoestand naar een andere maar dat een rigide, structuurgebonden functioneringswijze vervangen wordt door een vrij stromend procesmatig functioneren.